Zaterdag 8 januari 2011 | |||
Door het slechte weer van december met sneeuw en ijzel is de werkdag toen niet doorgegaan. Met frisse moed starten we, ondanks wind en regen, vandaag het nieuwe jaar. De meesten van ons hebben inmiddels de kantoorboekbinding met de springrug verder thuis afgemaakt en zo kunnen we vandaag de resultaten vergelijken. Anton heeft op de afscheiding leer-papier een fraaie goudlijn gerold, die op kop en staart doorloopt, zoals te zien is op onderstaande foto's. |
|||
springrug Anton |
|||
springrug Bert |
|||
Er zijn diverse opmerkingen over het maken van de insnijdingen in de inslagen aan kop en staart en het blijkt dat we dat op verschillende manieren gedaan hebben, afhankelijk van eigen inzicht en de handleiding die gevolgd is. Zo kan ingesneden worden: - precies op de rand van het ruggenbord - bij de kneep - gelijk met het bovenbord - ongeveer 1 cm vanaf de boekrug, zoals te zien op onderstaande foto, afkomstig van http://www.philobiblon.com/springback |
|||
Bovendien moet de insnijding niet tot de bordrand gemaakt worden, maar vanaf die rand tot net iets meer dan een borddikte afstand, want anders zie je de insnijding. Verwarring gaf ook het feit of je de inslag wel of niet een stukje over het kapitaalband inslaat, net over dat stukje kapitaalband dat je doorgeplakt hebt op het bovenbord. En dat is dus wel goed. Problemen bij het inslaan ontstonden ook omdat er geen goede opening was om de inslag onder te werken. Dit gebeurt als je in een voorgaande fase de strook linnen die via de rug van onderbord naar onderbord gelijmd wordt, geheel op het onderbord geplakt hebt. (zie verslag van 7 augustus 2010 : opgeplakte basisstrook). Eén centimeter moest vanaf de rug op het bord vrij van lijm blijven en heb je dat vergeten dan heb je nu dus problemen met het wegwerken van de inslagen tussen ruglinnen en boekblokrug. Maar uiteindelijk heeft iedereen een goede oplossing voor de problemen gevonden, zijn de resultaten goed en springen alle boeken perfect open! |
|||
springrug met foedraal van Frans |
|||
|
|||
springrug Jopie
|
|||
|
|||
springrug Marjolein
|
|||
springrug Ine, met reliëf van het schutbladmotief op het voorplat |
|||
Frans is weer actief en enthousiast bezig geweest met zijn favoriete techniek: stijfselmarmeren. Deze keer heeft hij met twee kleuren over elkaar gewerkt. Eerst heeft hij één teint gekleurde stijfsel op het papier aangebracht en laten drogen. Daarna ging hij er met een tweede stijfselkleur overheen. Vervolgens gebruikte hij een kam met stukjes hout ertussen om het motief te laten ontstaan. En het op deze manier gemaakte stijfselmarmerpapier paste hij toe als boekomslag voor de 'elastiek-binding', beschreven door Karin Cox in Handboekbinden nr. 3, Jaargang 3, 2010. |
|||
elastiek-binding met stijfselmarmerplatten van Frans |
|||
Om met die binding nog wat meer te experimenteren, maakte hij ook nog maar een paar kleine boekjes. |
|||
|
|||
elastiek-bindingen met stijfselmarmerplatten van Frans
|
|||
Anton raakte geïnspireerd door een oud kantoorboek dat Bert ooit op de kop tikte. |
|||
|
|||
Het leek hem een leuke variatie om losse blaadjes eens op een andere manier te binden. Zijn eerste poging was niet naar zin, omdat het boekje te strak open ging. Zijn tweede boekje is echter een perfect geslaagd exemplaar: een 'spiraal-bandzetter-boekje'. De losse blaadjes vormen het boekblok. De twee eerste en twee laatste bladen worden de schutbladen en kunnen in een afwijkende kleur en gramsgewicht genomen worden. Die schutbladen versterkte hij door er een strookje linnen langs de rugzijde op te plakken. De schutbladen die tegen het voor- en achterplat gelijmd worden, krijgen voor extra sterkte 2 strookjes linnen, één aan de voorzijde en één aan de achterzijde. Vervolgens bracht hij in de hele stapel een spiraal aan. (Dat kan eventueel gedaan worden in een kopieerwinkel). Daarna maakte hij de band en bracht er met zijn eigen stempels een mooie versiering op aan. Nu restte nog het in de band zetten van het boekblok. Dat vergde de nodige precisie, want de spiraal moet precies in het midden van de rug komen. Het resultaat is dan een boekje met perfect platliggende blaadjes. |
|||
|
|||
spiraal-bandzetter van Anton
|
|||
Ook maakte hij een map volgens de beschrijving van Shereen LaPlantz in Cover to Cover (blz.102-103) om losse folders in de plooien van de harmonicarug te kunnen naaien. Hij ontdekte daarbij dat je de maat van de platten aan moet passen aan de maat van de in te naaien folders of katernen, gerekend vanaf de binnen-berg-vouw van de harmonica, en niet vanaf de rug, want dan kom je breedte te kort!
|
|||
|
|||
buitenkant map met harmonicarug van Anton
|
|||
|
|||
binnenkant map met harmonicarug van Anton
|
|||
Jaap paste de Gonetbinding weer toe bij twee boeken die hij moest herbinden. De originele platversieringen scande hij om ze iets verkleind in de nieuwe platten te verwerken in verdiepingen. Oude kapotte boeken hebben nu een fraai nieuw leven gekregen!
|
|||
|
|||
Gonet-bindingen van Jaap
|
|||
Bert maakte een toverdoos naar voorbeeld van een brillenkoker die hij op deze manier gezien had. De werking van deze doos is identiek aan het befaamde tovermapje, ofwel magische mapje, en blijft intrigeren. |
|||
|
|||
het toverdoosje van Bert |
|||
Ik (Ine) heb een aantal tips verzameld. Via een kennis die een paar dagen naar New York ging en bij Talas inkopen zou doen, kreeg ik A Small Book of Practical Sewings, by Richard W. Horton. Uitgegeven door Westfield in 1997. Het is een beschrijving met duidelijke lijntekeningen van 23 praktische en meest gebruikte naaiwijzen. Zeer zeker een leuk en interessant boekje, via internet te bestellen bij Talas in New York. http://www.talasonline.com |
|||
|
|||
tekening uit A small book of Practical Sewings
|
|||
Na nog eens uitgebreid de CD Rebacking a cloth binding, door Nick Cowlishaw, bekeken te hebben was ik nieuwsgierig naar het materiaal Fray Not dat Nick gebruikt als rugafwerking i.p.v. gaas, maar ook toepast bij de rebacking om er rugbekleding in de originele kleur van het boek van te maken in combinatie met het Japanse papier Kozo en verf. Dus bestelde ik bij Hewit Fray Not. Het is een bijzonder fijne 100% katoenen, witte, niet gesteven kwaliteit en doet me denken aan batist. Cd en Fray Not zijn te koop bij Hewit. http://www.hewitonline.com | |||
|
|||
detail van Fray Not
|
|||
Via een nieuwsbrief van creaticviteitsmaterialen werd mijn aandacht gevestigd op PhotoFabricTM, een witte gecacheerde stof waar je elke gewenste afbeelding op kunt printen met een ink-jetprinter. Het is in vier soorten te koop: Photo Fabric Cotton Poplin Photo Fabric Cotton Twill Photo Fabric Crafters Canvas Photo Fabric Silk Habotai Te bestellen o.a bij http://hobby-koopjes.nl (Zie onder Collecties: printen op stof.) Een demo-filmpje over het werken met deze stof is te zien op http://www.hobbyhandig.nl/index.php?aid=423 |
|||
|
|||
Ik probeerde de Poplin-kwaliteit uit om er een platbekleding voor een kinderboekje mee te maken en was erg enthousiast over het resultaat. Printen op boekbinderslinnen gaat ook goed, maar dan ben je gebonden aan de kwaliteiten en kleuren die beschikbaar zijn. Met de PhotoFabricTM kun je iedere gewenste kleur printen. Bovendien is de structuur van het materiaal zo fijn dat de afbeelding prima overkomt. |
|||
|
|||
voorkant geprint op Photo Fabric TM
|
|||
De middag besteden we aan het werken aan eigen boekbindklussen. Interessant is de klus waarmee Anton aan de slag gaat. Hij heeft bij de kringloopwinkel een JUBILÉ UITGAVE van ‘Gedichten’ van Nicolaas Beets gekocht. Beets schrijft zelf in het voorwoord: ‘k Ben voor ruim veertig jaren, Als dichter opgetreên, Ik tokkelde mijn snaren, Door alle tijden heen; Mijn meeste Lezers waren Mij wel gezind, naar ‘t scheen; En mijn beoordeelaren Zacht over ‘t algemeen; Ik zelf maar half tevreên. mijn halmen en mijn aren, mijn bloemen en mijn blaren, Hier hebt gij ze bijeen. 1874 Nicolaas Beets. |
|||
|
|||
De eerste druk is van 1874. Anton heeft de 8ste druk en deze uitgave is dus waarschijnlijk van na 1880, want het boekblok is in elkaar gezet met nietjes. De naaimachines voor het ‘staaldraadnaaien’ werden o.a. ontwikkeld door Brehmer (ca.1895) en Heyl (ca.1880). De staaldraad werd op klossen de machine ingetrokken en meestal als ‘omgekeerd’ nietje door het papier geslagen, zodat de eindstukjes op de boekblokrug kwamen te liggen. Na WO II zijn bijna alle draadstaalnaaimachines de schroothoop op gegaan want het naaien met staaldraad bleek te kostbaar en te papierverwoestend omdat het staal onder invloed van het kleefstofvocht ging roesten. Er zijn wel vernikkelde draden gebruikt, maar uiteindelijk heeft het gewone garen de slag gewonnen. En die nietjes van ‘Beets’ zijn ook behoorlijk aan het roesten, dus moeten ze allemaal verwijderd worden. Tijdens het slopen van het boek blijkt het drie delen te bevatten. Anton overweegt daarom bij het herbinden over te gaan tot het binden van drie afzonderlijke delen en die te verwerken in een cassette. |
|||
Kortom weer een vruchtbare dag met veel wetenswaardigheden en inspiratie. Dat het buiten maar regende en regende, en de wind om de werkplaats gierde, kon ons niet echt deren.
|