Zaterdag 7 januari 2006

We zijn maar met een klein groepje: Anton, Adrie, Fem, Marjolein en Ine. De anderen zijn verhinderd wegens vakantie, feesten of ziekte en missen daardoor de interessante demonstratie van Fem en Ine over het "gieten" van papierpulp volgens de methode van de Japanner Akira Matsumoto.
Hij maakt pulp van melkpakken, die na een half uur weken in een zeeppoederkooksel, ontdaan zijn van de plastic buiten- en binnenlaag. Een hoogwaardige papiervezelkwaliteit blijft dan over, die in een verhouding van een half melkpak op ¾ liter water zeer goed tot pulp is te vermalen in de blender. Bovendien gebruikt hij melkpakkenpulp om gedeeltelijk toe te voegen bij pulp van gekleurde eierdozen of fruitverpakkingen e.d. om de kwaliteit van die pulp te verbeteren.
In tegenstelling tot de traditionele manier van het scheppen van de pulp uit een grote bak gevuld met water en papiervezels, giet Akira Mutsomoto de pulp in het schepraam.


Om controle te hebben over zijn te maken papier, legt hij op de zeef van het schepraam eerst een vel plastic, zodat het water van de pulpmassa niet direct wegstroomt als hij de pulp in de zeef giet. Op het plastic vel legt hij vervolgens een waterdoorlatend doekje, en daarop het raamwerk passend op de zeef. Het geheel staat op een ondiepe bak met rand om het water op te vangen.

Nu giet hij de pulp op het doekje in de zeef. Omdat het water niet weg kan lopen door het onderliggende plastic vel, is er controle over de verdeling van de pulp én ontstaat de mogelijkheid om allerlei versierselen toe te voegen: bloemblaadjes, garen, touw, zaden, glitters, plaatjes, uitgeknipte servetdelen, etc. etc.

Vervolgens wordt het plastic vel weggetrokken, zodat het water door de zeef zakt en nu vloeien versierselen en pulp tot één geheel samen.
Het raamwerk wordt weggenomen en zie daar: het gevormde papier is al gekoetst op een doekje!! Geen risico dus van breken of scheuren bij het omkeren van het schepraam op een doekje om het gevormde vel er af te koetsen.

Om nu het overtollige water af te voeren, wordt er eerst weer een doekje op het net gevormde vel gelegd, daarop een plankje en vervolgens wordt het water handmatig weggedrukt.
Daarna wordt het geheel met plankje en al op het raamwerk geplaatst en kan met een spons het nog resterende water opgezogen worden. Door dan het raamwerk weg te halen en nog eens met een opgerolde handdoek over het geheel heen te gaan, wordt het laatste restant water opgedept. Het gevormde, al of niet met versierselen gemaakte papier, ligt nu tussen twee doekjes en kan gedroogd worden in de magnetron, in de glanspers, gewoon liggend op tafel, op een tegel, op een glasplaat of tegen een ruit!

Het vernuftige van deze methode van Akira Matsumoto is dat je niet hoeft te koetsen. Door het gieten van de pulp op het doekje "koets" je al en eventuele gaten in het gietwerk kunnen eenvoudig hersteld worden door er nog pulp bij te gieten, vóór of na het wegtrekken van het plastic vel. Bovendien kun je versierselen zodanig integreren in het "gegoten" papier dat het één geheel wordt. Een ander groot voordeel is dat je oneindig door kunt gaan met het "scheppen" van papier zonder natte, koude handen te krijgen!!

Ook Anton, Adrie en Marjolein werden aangestoken door ons enthousiasme voor deze methode en dus werd er heerlijk geëxperimenteerd.





Ine liet haar ingebonden "Nabij en Verder" zien en vertelde over de achterliggende gedachten voor de door haar gekozen bindwijze. Titel en inhoud van deze gedichtenbundel wilde zij bij het binden tot uiting brengen en het was direct vanzelfsprekend voor haar dat de rug open moest blijven, zichtbaar, omdat de rug de weerspiegeling is van het leven.
"Nabij en verder" is te zien in de stroken ruglinnen: ze worden van katern tot katern breder, daarmee het leven van geboorte tot ouderdom symboliserend, zoals in de gedichten is beschreven. Het leven is voor de dichteres een wankel evenwicht, vaak vaag, en wandelingen gaan door grijze mist en dichte nevels. Vandaar dus de wazige platbekleding.
Maar positivisme zegeviert: de schoonheid en de bekoring van de natuur fascineren, want "een oogverblindend fenomeen staat duizendvoudig om ons heen" en dat fenomeen (de paardenbloem) moest dus een prominente plek krijgen in de binding van deze gedichten-bundel. Die paardenbloem is ook één van Ine's favorietste bloemen. Die stralende geelheid, die ragfijne bloemblaadjes, die wollige witte pluizen die als parachuutjes dansen op de wind. Prachtig. En al die wensen en dromen bij het wegblazen van de zaden. Daarom moest deze koningin der bloemen in de platversiering en als decoratie voor de schutbladen toegepast worden en symbolisch tot uiting komen in het stralende, glanzende, glitterende naaigaren. Tenslotte werd een sluiting van twee kleine magneetjes aangebracht, louter en alleen als decoratie.

De wazige platbekleding is gecreëerd door verkleving van luier-inlegdoekjes met paarden-bloempluizen en foto- en tekstuitdraai.
Ook deze methode wordt gedemonstreerd en Marjolein raakt zeer geïnspireerd om eveneens zo'n vel "papier" te vervaardigen.

Anton wil het direct bestoken kapitaal op zijn 7e "Goddijn"-boek maken, maar struikelt over de beschrijving én de uitwerking ervan op die losse kapitaalkern. Met vereende krachten gaat hij aan het werk. Het helpt al als we de kapitaalkern op de borden vastzetten met tape, zodat er iets meer houvast is om de siergarens rond te steken. Tenslotte, na enig uithalen en zuchtend opnieuw beginnen, komt hij met hulp van Marjolein uiteindelijk tot een bevredigend resultaat.